Didactiek lessen:

Les 1:
In de eerste les van didactiek moesten we ons beste werk van de toelating meenemen. Zo konden we elkaar een beetje leren kennen. Ik was helaas mijn werk vergeten dus kon ik niks laten zien. We moesten vertellen over het schilderij maar ook over onszelf. Je moest vertellen wie of wat ervoor gezorgd heeft dat je deze opleiding bent gaan doen. Omdat iedereen erg lang vertelde, hadden we niet genoeg aan één les en gingen we er de volgende les mee verder.

Les 2:

Als huiswerk had iedereen een site gekregen die hij/zij moest bestuderen.
In de les gingen we deze sites met elkaar bespreken, zodat iedereen alle sites kende en had gezien.
Deze sites waren:
- SLO: Leerplan ontwikkeling voor docenten.
- Cultuurnetwerk: Dit is een verzamelplek voor alles wat te maken heeft met cultuur. Je kunt er boeken lenen, er staan vacatures en er is een overzicht van alle tentoonstellingen, feesten enz. die te maken hebben met cultuur.
- NVTO: Dit is de Nederlandse vereniging voor beeldend onderwijs. Dit is dus voornamelijk een site voor docenten, maar ook andere mensen die interesse hebben in beeldend onderwijs en de ontwikkeling hiervan kunnen hier terecht.
- VLBV: Vereniging van leraren van beeldende vormgeving. Deze vereniging zal binnenkort fuseren met de NVTO.
- Kunstzone: Een tijdschrift voor kunst, cultuur en onderwijs.

Iedereen kreeg dus één site toegewezen en in de les werden er groepjes gemaakt waarin elke site vertegenwoordigd werd. En zo kon iedereen aan elkaar uitleggen hoe de sites werkten en wat er te vinden was op de site.

Verder hebben we deze les de 10 minuten lesjes die we voor elkaar gaan geven besproken.
Het is de bedoeling dat iedereen een 10 minuten lesje gaat geven. In dat lesje moet je een onderwerp behandelen dat ook geschikt zou kunnen zijn op je stage.
Ik vind het best spannend om dit te moeten doen omdat het voor je eigen klas is.
Ook hebben we als huiswerk uit de brochure van het SLO “Vernieuwingen in de kunstvakken” hoofdstuk 1moeten doornemen. Dit ging over de vernieuwingen in de onderbouw. Alleen had niemand dit meegekregen. Dus hebben we het in de klas even doorgenomen en besproken.

Les 3:

In deze les hebben we hebben we het gehad over de 7 competenties.

Deze competenties zijn:

Interpersoonlijk: Een leraar die interpersoonlijk competent is, zorgt ervoor dat er in zijn klas of lessen een goede sfeer van omgaan en samenwerken met zijn leerlingen heerst.
Pedagogisch: Een leraar die pedagogisch competent is, zorgt voor een veilige leeromgeving in zijn klas of lessen. Hij bevordert de sociale, emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen. Hij helpt hen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden.
Vakinhoudelijk & didactisch: Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, zorgt voor een krachtige leeromgeving in zijn klas of lessen. Hij helpt de leerlingen zich de culturele bagage eigen te maken die iedereen in de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren.
Organisatorisch: Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas of lessen.
Met collega’s: Een leraar die competent is in het samenwerken met collega’s, zorgt ervoor dat zijn werk en dat van zijn collega’s goed op elkaar afgestemd is. Hij draagt ook bij aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
Met omgeving: Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, zorgt ervoor dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar afgestemd is.
Met zichzelf: Een leraar die competent is reflectie en ontwikkeling, denkt na over zijn beroepsopvattingen en bekwaamheid en is voortdurend bezig zich verder te ontwikkelen en professionaliseren.

Van deze 7 competenties denk ik dat ik de pedagogische, organisatorische en met collega’s wel al redelijk beheers van nature. Maar denk ik ook dat ik de vakinhoudelijke en met zichzelf nog niet beheers.

Les 4:

In deze les kwam Bert Velthuis langs om te vertellen over de stage. Bij de eerste stage mogen we terug naar onze eigen middelbare school. Dit leek mij heel erg leuk. Je moest dit zelf regelen en dat heb ik dus gedaan. Ik ga met Eva Vermeulen naar het Raayland College in Venray. Ik heb erg veel zin in de stage.

De eerste 10 minuten lesjes:

Deze les moest ik zelf ook mijn 10 minuten lesje geven net als Len, Norman, Amelia en Nienke.
Ik vond het erg spannend en was ook best zenuwachtig. Toch vond ik het best goed gaan, alleen vakinhoudelijk was het nog niet heel goed. Het niveau van de informatie lag te laag.
Ook de rest deed het goed vond ik, vooral Nienke deed het erg goed.

Les 5:

Deze les hebben we de stage gids doorgenomen.
Voordat we op stage gaan moeten we een stageplan schrijven.
Deze bestaat uit:
Een inleiding: formele informatie, gegevens jijzelf en gegevens school.
Midden: Inventariseren van je doelen, beschrijven van je werkzaamheden, competenties nalopen op niveau 1. Ook beschrijven "wat beheer ik, wat niet en waar wil ik aan werken".
Tussendoor: Tijdens de stage zul je een logboek bijhouden over hoe het je verloopt op school.
Evaluatie: Dit is de reflectie. Je evalueert zelf over hoe het gaat. Deze evaluaties gebruik je ook tijdens je gesprekken met SPDer.

Verder hebben we deze les gepraat over hoe het ons vergaat op school en wat we vonden van de lessen. Hier kwamen wel wat punten uit die we even met de klas besproken hebben.

Als laatste heeft Leontien nog even verteld over Zienderogenkunst. Dit is een leermethode waar zij ook aan gewerkt heeft. Deze methode wordt veel gebruikt en dus is het handig er wat van te weten.

Les 6:

Dit was de tweede ronde van de 10 minuten lesjes.
Deze keer waren aan de beurt: Eva, Eva, Wieke, Roselinde en Leonie.
Ik vond vooral Eva Vermeulen en Wieke erg goed. Zij waren erg los en leken helemaal niet zenuwachtig te zijn. Ze liepen gewoon door het klaslokaal en Wieke ging zelfs op een stoel staan en deed haar intro in het duits!
Ik vind de 10 minuten lesjes erg leerzaam. Je ziet zo hoe anderen het doen en wat je daarvan kan leren en je krijgt ook een idee van hoe je het zelf doet en wat daar beter aan kan.