dinsdag 15 maart 2011

Stageplan:

Basisschool de Schakel

Ik vond het ten eerste een erg leuke stage. Het enthousiasme van de kinderen was fijn om mee te werken.

Reflectie:

Ik vond het lastig om een goede workshop te bedenken, omdat ik het moeilijk vond om in te schatten wat het niveau was. Maar toen ik eenmaal een workshop bedacht had en ik wat rond had gevraagd naar wat deze kinderen zouden kunnen en willen, was ik wel tevreden met en zelfverzekerd over de workshop. Ik vond het de eerste keer erg spannend en ik wist ook niet zo goed wat ik kon verwachten, ook van de docenten die ons begeleiden. Maar het liep eigenlijk vanzelf goed. We hadden goed voorbereid wat er verteld moest worden en de kinderen reageerden enthousiast. Ik denk dat het voor een eerste keer erg goed ging.
Ook de andere keren ging het qua uitleg erg goed. Wat wel nog best lastig bleek was goed plannen. Over sommige dingen deden ze langer dan we verwachten hadden en over andere dingen juist minder lang. Maar uiteindelijk zijn we goed uitgekomen met onze planning.
Ik vond het jammer dat het op de tweede locatie (’s middags) wat minder goed geregeld was dan bij de eerste locatie. Ik zat daar met mijn klas in de hal en daardoor was het lastig om de kinderen geconcentreerd te houden. Hier werd ook weinig rekening mee gehouden door andere docenten. Zij riepen de kinderen bijvoorbeeld al naar de klassen als ze nog niet klaar waren met opruimen. Dit maakte het wel wat lastiger, vooral op het begin en het einde van de lessen.

Ik heb gemerkt dat mijn sterke kanten zijn:
Ik kan een duidelijke uitleg geven en het lukt goed om de aandacht erbij te houden.
Het houden van orde zonder te streng te zijn lukte ook vrij goed.

Mijn zwakke kanten zijn:
De voorbereiding van een les. Ik wist niet zo goed hoe ik dit het beste kon aanpakken.
Het is toch wel erg belangrijk om van te voren uit te proberen en een goede tijdsplanning te maken. Verder denk ik dat ik wel wat strenger kan zijn als het gaat om het houden aan de opdracht. De leerlingen luisteren pas als je duidelijk de grenzen aan geeft.

Stagedag 1:

Voor deze dag was ik best een beetje zenuwachtig. Maar de docenten die ons begeleidden waren erg aardig en hielpen goed. Het waren allebei erg drukke klassen, wat in het begin wat wennen was. Ze gingen deze dag sfeerbladen maken. Dit was een vrij abstracte opdracht en de leerlingen vonden het lastig om hieraan te beginnen. Maar toen ze eenmaal aan de gang gingen en we wat tips gaven, waren ze erg enthousiast. Ze mochten hierbij erg vrij werken en dat vonden ze erg leuk.
Het opruimen was best lastig, want we wisten niet zo goed hoe we dit aan moesten pakken. Maar de docenten hielpen ons hierbij en we leerden meteen dat je het in taken moet verdelen. Ze wilden zo zelfs mee helpen met opruimen.

Stagedag 2:

Deze dag was ik niet aanwezig, dus hier kan ik niks over zeggen.

Stagedag 3:

Begonnen met het uitleggen dat ze nog een half uur hadden om de hoofdpersonen (de vissen) af te maken. Na dat half uur moesten ze beginnen aan de achtergronden. We hebben een uitleg gegeven over hoe ze dat konden aanpakken en waar ze rekening mee moesten houden.
Deze punten waren overlapping, afsnijding, groot/klein – dichtbij/ver weg en hoogte verschillen.
Het halve uur voor de hoofdpersonen bleek meer dan genoeg. En ze konden dus ook meteen aan de slag met de achtergronden. Dit vonden sommige leerlingen best lastig omdat ze goed moesten nadenken over wat er op de achtergrond belangrijk was en waar alles moest komen.
Maar met wat hulp ging het erg goed.
Bij de tweede locatie moesten we het vandaag zonder begeleiding doen, omdat we haar moesten delen en de andere groep haar harder nodig had. Maar dit ging eigenlijk heel goed.

Stagedag 4:

De laatste dag.
Ze hadden een uur om de achtergronden af te maken zodat we daarna konden opruimen en evalueren. Een paar leerlingen waren wat eerder klaar en daarom mochten zij een kaft maken.
Bij de eerste locatie waren de leerlingen erg creatief en gingen ze op een gegeven moment zand en glitters gebruiken. Dit werkte erg goed en gaf een extra dimensie aan de kunstwerken.
Tijdens de evaluatie bleek dat ze allemaal erg trots waren op hun eigen werk en ze vonden het leuk dat ze het aan iedereen konden laten zien.
Bij de tweede locatie ging het op zich ook goed, maar de evaluatie niet. Omdat we in de hal zaten was het erg rumoerig en eigenlijk niet mogelijk om te evalueren. Doordat er andere klassen en docenten in de hal waren konden ze elkaar niet verstaan en ze konden zich niet concentreren. Hierdoor hebben we de evaluatie korter gemaakt en hebben we niet alles zo kunnen bespreken zoals we het wilden. Dit was ook voor de leerlingen erg vervelend, want ook zij waren erg trots op hun kunstwerken en wilden dit graag laten zien.
Stageverslag:

Ik heb stage gelopen op het Raayland College in Venray. Ik heb zelf op deze school gezeten.
Het is een grote school waar alle niveaus zitten. Van praktijk onderwijs tot en met gymnasium.
De school is verdeeld in 3 gebouwen, deze zitten wel aan elkaar vast, het A, B en C gebouw. In het C gebouw zitten de eerste en tweede klas van alle niveaus. In het B gebouw zit de bovenbouw van VMBO en op het A gebouw zit de bovenbouw van Havo/VWO.
Onze spd’er, Joop Duijs, geeft zelf les aan de onder- en bovenbouw van Havo/VWO.
Hij geeft Tekenen en Handvaardigheid.

Ik had van de stage verwacht dat ik een beter beeld zou krijgen van het vak op zich en dat ik wat meer zelfvertrouwen zou krijgen voor de klas. Deze doelen heb ik zeker behaald. Ik heb nu echt kunnen zien wat docent zijn inhoud en hoe het is om voor een klas te staan.
Als ik kijk naar de pedagogische competentie merk ik dat ik hier wel al goed op weg ben. Ik kan van nature vrij goed orde houden in een klas en ik ben nu ook niet meer bang om dat te doen. Wel merk ik dat ik inderdaad de klas als “klas” zie en niet als individuen. Ik ken de leerlingen wel allemaal maar ik benader ze wel als klas.
Ik vond wel dat het erg goed ging als het gaat om een goede sfeer creëren in de klas. De keren dat ik alleen in de klas heb gestaan ging dit erg goed en deed iedereen goed mee. Dit heeft er voor gezorgd dat ik op dit gebied meer vertrouwen heb gekregen in mezelf omdat ik weet dat ik het kan.
Als ik kijk naar de vakdidactische competentie zie ik heel duidelijk dat ik inhoudelijk inderdaad nog heel veel moet leren en dat het lastig is om een goede les te geven over een onderwerp wat ik zelf nog niet zo goed ken. Je valt dan erg terug op een powerpoint of een boek. Maar wat me ook opvalt is dat ik wel veel meer zelfvertrouwen heb gekregen als het gaat om de omgang met de leerlingen. Het was uiteindelijk helemaal niet eng of lastig om met de leerlingen om te gaan. Van te voren had ik verwacht dat het lastig zou zijn om een balans te vinden tussen docent en vriendin. Maar in praktijk viel dit heel erg mee. De leerlingen luisterden meestal gewoon goed, maar vonden het ook leuk dat ik er was.
Het is wel nog lastig om in een klas aan iedereen even veel aandacht te geven of om te zien welke leerlingen meer aandacht nodig hebben.
Ik kon heel duidelijk merken dat ik in het begin niet zo goed wist wat ik moest doen, maar dat ik naarmate ik de leerlingen vaker had gezien ik ook wel goed wist hoe ik met ze om moest gaan. Dit vond ik fijn om te merken want dat betekent wel dat ik vooruit ga.

Voor het logboek heb ik een paar dagen uit gekozen.

Stagedag 1:

Deze week is er proefwerkenweek in de bovenbouw van Havo/VWO.
Hierdoor kan ik niet veel lessen meelopen met mijn stagebegeleider, maar ik heb gelukkig wel andere docenten gevonden om mee te gaan kijken.

Het eerste uur heb ik gekeken bij een 2e klas vmbo bk. Zij kregen les van Meneer Holten. Het is een zeer drukke en moeilijke klas. In deze klas kun je niet echt het vak tekenen geven, maar je bent constant bezig met ervoor zorgen dat ze doen wat ze moeten doen. Één meisje uit de klas is al geschorst. Het was lastig om bij de aller eerste les al zo’n lastige klas te hebben, maar ik heb er wel veel van geleerd. Er zijn niet alleen maar leuke, makkelijke klassen en een klas als deze kan ook leuk zijn.

Het 5e uur heb ik wel mee kunnen kijken bij een les van mijn stagebegeleider, namelijk een brugklas havo/vwo. Het is een les handvaardigheid. De opdracht is dat ze een totempaal moeten maken van papier. Ze moeten contrasterende kleuren gebruiken en moeten de afbeelding uitsnijden en op de andere kleur opplakken. Hierdoor krijg je twee afbeeldingen die het spiegelbeeld zijn van elkaar.
In deze klas zijn de jongens druk, maar over het algemeen doen ze goed mee.

Stagedag 3:

Vandaag stond ik de laatste twee uur alleen voor de klas. Het 7e uur was een atheneum 2 klas. Ze wisten al wat ze moesten doen, ik hoefde alleen een kleine uitleg te geven over de kleurencirkel en complementaire kleuren. Dit ging erg goed en iedereen deed goed mee. Ze vonden het in het begin een beetje raar omdat ze me nog maar 2 keer eerder hadden gezien, maar na ongeveer 10 minuten zat iedereen rustig te werken aan zijn/haar tekening. Het 8e uur was een Havo 3 klas en deze klas was iets drukker. Ze moesten met linialen werken en de jongens vonden linialen ook leuk om mee te vechten. Maar dit is natuurlijk niet de bedoeling dus ben ik bij ze komen zitten en heb ik geprobeerd ze op een grappige manier duidelijk te maken dat ze gewoon moesten gaan werken. Dit werkte erg goed, want ze ging daarna gewoon aan het werk. Ik vond het echt heel erg leuk om alleen voor de klas te staan en na deze lessen wist ik ook zeker dat dit is wat ik als beroep wil. Ik vond het fijn om de leerlingen te helpen en om de verantwoordelijkheid te hebben voor een hele klas.

5e Stagedag

Joop Duijs ziek vandaag.

1e uur. CKV VWO 5
Doordat Joop er niet was hebben wij de leerlingen opgevangen en de les overgenomen.
Een aantal leerlingen moesten nog aan hun project werken en hieraan hebben wij meegeholpen.
Degenen die dit project al afgerond hadden zijn voor zich zelf wat gaan doen.

2e uur. HAVO 4 Kunstgeschiedenis.
Anne kon door omstandigheden haar lesje niet geven. Dus hebben we besloten, samen met de klas, om dit uur praktijk te geven. Hierdoor hadden ze het 6e uur vrij.
Ze waren bezig met de ontwerpen voor de linosnede.

3e uur. VWO 2, met Croqué.
Was een hele rumoerige klas en croque had hun al laten nakomen vorige week donderdag.
Dus was hij deze les een beetje chagerijnig. Eigenlijk hebben we deze les vooral met de leraren gepraat over het vak en hoe dat op de scholen wordt gegeven.
En over de steeds veranderende onderbouw en de druk die op docenten van de beeldende vakken wordt gelegd.

4e uur. HAVO 5 kunstgeschiedenis.
Deze les konden wij niet overnemen omdat we vakinhoudelijk nog niks over het post-impressionisme weten. Daarom heeft Henk Visser (andere docent Tekenen) ze de opdracht gegeven om een presentatie te maken over post-impressionisme. Dit hebben ze zelfstandig gedaan. De presentaties worden pas volgende les gegeven.
In deze tijd hebben wij ons logboek bijgewerkt.

5e BR1T Tekenen
We dachten dat we deze les gewoon konden overnemen, maar de school had al iets anders geregeld waardoor dat niet ging.
Dit geld ook voor het 7e uur AT2A.

Dus vanaf 13.00 uur hadden we geen lessen meer. We zijn toen de mediatheek ingegaan om voorbereidingen te treffen voor de excursie naar Keulen volgende week dinsdag.
Ook hebben we geregeld dat we een lesboek kregen, voor eventuele voorbereidingen van lesjes van kunstgeschiedenis.


De 8e stagedag 11-01-2010

Vandaag wilde ik graag mee gaan lopen met een praktijkklas, maar de docente met wie we zouden meelopen was ziek. Hierdoor kon dit dus niet doorgaan.
Vervolgens zijn we gewoon met Joop Duijs mee gaan lopen.
Het 5e uur zijn we bij Henri Croqué gaan kijken en meehelpen. Dit was handvaardigheid in de brugklas. De leerlingen waren bezig met een puzzel van hout. Deze was al bijna af dus ze konden zelfstandig werken. Wij hebben de leerlingen geholpen en geobserveerd.
Ik vind Henri Croque een goede docent, want hij is duidelijk en heeft overwicht. Verder heeft hij genoeg humor en enthousiasme. Ook al geeft hij dit jaar voor het eerst handvaardigheid.

De eerste les was CKV met VWO 5. Het viel ons allebei al vanaf het begin van de stage op dat de leerlingen de lessen niet interessant vonden. Dus hebben we tijdens de les aan de leerlingen gevraagd wat zij zouden willen veranderen aan de lessen CKV.
Hun antwoord hierop was dat de opdrachten te vaag zijn en dat er geen structuur in de lessen zit. Ze weten niet wat ze moeten doen en doen daarom ook weinig. Zij vinden dat de lessen wat actiever moeten worden. Dit kun je doen door meer excursies te organiseren, door bijvoorbeeld films te kijken of te maken. Hierdoor worden ze meer betrokken bij de les en wordt CKV een leuker vak.

In de 2e les hebben de leerlingen onze opdracht over de Dom in Keulen ingeleverd.
Dit was een collage van foto’s die ze zelf hadden gemaakt tijdens de excursie met daarbij de stijlkenmerken van de gotische architectuur. De meesten hadden het ingeleverd, maar een aantal niet. Voor de leerlingen die het niet in hadden geleverd hebben we een “straf” bedacht. Deze is dat ze een presentatie moeten geven over de collage en wat ze in Keulen gezien hebben. Deze straf hebben we bedacht omdat ze inmiddels 4 weken de tijd hebben gehad om het te maken en omdat we het vorige week nog duidelijk hebben gezegt.

Verder hebben we het 4e uur meegekeken met een theorieles van Havo 5. Deze ging over De Stijl, Bauhaus en surrealisme. Dit was om zelf wat bij te leren over dit onderwerp.

Vandaag heb ik geen bijzonderheden opgemerkt. Het was jammer dat we niet bij praktijk konden gaan kijken, maar omdat het volgende week de laatste stagedag is gaat dat niet meer lukken.


Sterktezwakte analyse:

Mijn zwakke punten:
Ik vind het nog moeilijk om streng te zijn voor leerlingen en ik vind het lastig om meteen heel open te zijn en echt met de leerlingen contact te maken. Na een dag is dat wel een stuk beter en hoe vaker ik de leerlingen zie, hoe beter het gaat. Want ik kan het allemaal wel alleen had ik dat in het begin nog niet door.
Verder weet ik natuurlijk inhoudelijk gezien nog te weinig om echt mijn eigen draai aan een les te geven. Ook heb ik nog niet genoeg zelfvertrouwen als het gaat om mijn kennis over dragen. Maar ik weet zeker dat dit in de komende jaren op school goed komt.

Mijn sterke punten:
Ik vind dat ik kan zorgen voor een goede sfeer in de klas en dat ik er goed in slaag de leerlingen naar mij te laten luisteren. Ook vind ik dat een goede balans heb gevonden tussen streng zijn en leuk met de leerlingen omgaan. Ik weet nu beter wanneer ik strenger moet optreden en wanneer ik gezellig met de leerlingen kan praten.

De competenties:


Interpersoonlijke competentie:
Ik vind dat ik een goed contact heb met de leerlingen en dat ik goed communiceer. Ik kan nog niet goed omgaan met lastigere situaties, maar met een normale klas heb ik geen problemen meer. Ik vind dat ik de leerlingen goed kan stimuleren en begeleiden en dat ik sterk voor de klas sta. Ik ben nog geen lastige situaties tegen gekomen dus weet ik ook nog niet hoe ik daarop zou reageren, maar ik denk dat ik nu beter zou reageren dan voor de oriëntatiestage.

De pedagogische competentie en de vakdidactische competentie heb ik eerder al besproken.

Organisatorische competentie:
Ik vind dat ik goede realistische planningen kan maken, alleen vind ik het wel lastig om het overzicht daarover te houden en vind ik het lastig als iets niet uitkomt zoals ik het gepland had.

Competent in het samenwerken met collega’s:
Ik vind dat ik hierin wel vooruit ben gegaan. In het begin liep ik vooral mee met mijn spder, maar later vond ik het juist ook fijn om zo veel mogelijk verschillende docenten te observeren en te spreken.

Competent in het samenwerken met de omgeving:
Hier heb ik geen ervaring in. Ik heb alleen met de organisatie van de stages gepraat en met de docenten.

Competent in reflectie en onderzoek ten dienste van ontwikkeling:
Ik heb tijdens deze stage veel meer over mezelf als docent geleerd. Dit komt mede door feedback van de docenten. Ik ben er ook achter gekomen dat ik al meer kan dan ik wist. Door dingen gewoon te doen leer je ook of je ergens goed in bent of dat je er nog aan moet werken.

Al met al vind ik dat ik tijdens deze eerste stage veel geleerd heb. Ik ben erachter gekomen waar ik goed en minder goed in ben. En ik weet nu dus ook waar ik nog aan moet werken.

Tijdens de tussenbeoordeling hebben hetzelfde besproken als wat in dit verslag staat, alleen wat korter. Toen vonden we ook dat het goed ging en dat er geen problemen waren.

Stageplan

Inleiding:

Mijn gegevens:
Naam: Anne van Meijel
Voorletters: AEJ
Adres: Honingklaver 9
Postcode: 5803 DJ
Plaats: Venray
Vooropleiding: Havo

Gegevens school:
Naam: Raayland College
Adres: Leunseweg 6
Postcode: 5802 CH
Plaats: Venray
Opleidingen: Praktijkonderwijs, VMBO B, K, T, HAVO, Atheneum, Gymnasium.

Stagebegeleider: Joop Duijs

Stageopdracht:

De opdracht is om mee te lopen met een beeldend docent. Hierdoor kun je erachter komen of het docentschap wat voor je is of niet. Je ziet welke kwaliteiten je moet hebben als docent en leert je eigen kwaliteiten kennen.

De competenties:

Ik zal beginnen met de competenties waar ik nog aan moet werken. Dit zijn de interpersoonlijke, pedagogische, vakinhoudelijke en de samenwerking met de omgeving. De interpersoonlijke competentie is nog moeilijk in te schatten, omdat ik nog nooit echt voor de klas heb gestaan. De pedagogische competentie vind ik moeilijk in te schatten of ik die bezit. Ik heb ongeveer een jaar huiswerkbegeleiding gegeven aan een jongen met asperger. Dit ging in het begin erg goed. Maar ik vond het wel erg lastig om hier goed mee om te gaan. Op dit moment geef ik huiswerkbegeleiding aan zijn broertje. Hij heeft heel erg dyslectie en hij heeft een concentratiestoornis. Dus ook dit is niet heel gemakkelijk. Toch gaat het goed en hij vind het fijn dat hij hulp krijgt.
De vakinhoudelijke competentie is logisch dat ik die nog niet helemaal bezit en ik denk ook wel dat dit goed gaat komen. De samenwerking met de omgeving lijkt me erg lastig. Ik heb er geen ervaring mee, maar ik denk dat dit soms erg ingewikkeld kan zijn. Je moet namelijk met moeilijke situaties om kunnen gaan en advies kunnen geven. En omdat te kunnen moet je ook levenservaring hebben.

Dan de competenties die ik, volgens mij, wel bezit zijn de organisatorische, het omgaan met collega’s en het reflecteren op mezelf. Ik kan er goed voor anderen plannen en ervoor zorgen dat er overzicht is. Ik ben altijd op tijd en vind het fijn als dingen goed en op tijd geregeld worden. Het omgaan met collega’s gaat me ook wel goed af. Ik werk in een pannenkoekenhuis en heb in een callcenter gewerkt en bij allebei de baantjes ging de omgang met collega’s goed. Dus verwacht ik hier geen problemen. Als laatste het reflecteren op mezelf. Ik denk dat ik wel van mezelf kan zien wat ik goed of juist slecht doe. Als ik weet wat ik niet goed doe wil ik het ook wel graag veranderen. Maar soms is het moeilijk om dingen van jezelf te zien, dus denk ik wel dat het goed is als anderen ook kritisch naar je kijken.